TERESA HIGGINSON EN DE DEVOTIE TOT HET HEILIG HOOFD VAN JEZUS

Onze Heer vertelde aan Teresa Higginson dat “de lijden van Zijn lichaam slechts als een druppel in de oceaan zijn vergeleken met wat Zijn Ziel heeft doorstaan”.

Imprimatur: Edm. Can. Surmont, V.G.: Engeland, 2 september 1926

“Wie ook maar zal helpen deze Devotie te bevorderen, zal duizendvoudig gezegend worden; maar wee degene die Mijn wens in dit opzicht verwerpt of ertegen ingaat, want zij zullen in Mijn toorn verstrooid worden en hun plaats niet meer kennen.” (2 juni 1880)

Onze Heer “zou alle mensen die deze devotie bevorderen met een bijzondere glorie bekronen en kleden”. “Hij zou hen met glorie bekleden voor de engelen en mensen in de hemelse hoven, degenen die Hem op aarde in glorie hebben gekleed en zou hen kronen met eeuwige zaligheid.” (10 september 1880)

“Wij brengen een groot eerbetoon aan de altijd Gezegende Drie-eenheid door ons dierbare gezegende Heer’s Heilig Hoofd te aanbidden als de ‘Zetel van goddelijke wijsheid’.” (Aankondiging 1881)

Onze Heer zou “allen zegenen die deze devotie op welke manier dan ook beoefenen of bevorderen.” (16 juli 1881)

“Onnoemelijke zegeningen zijn beloofd aan degenen die zullen proberen de wensen van onze Heer te bevorderen in het verspreiden van de Devotie.” (2 juni 1880)

“Hoe meer we devotie tot het Heilig Hoofd beoefenen, hoe meer we het werk van de Heilige Geest van God in de menselijke ziel moeten zien, en hoe beter we de Vader, de Zoon en de Heilige Geest zullen kennen en liefhebben.” (2 juni 1880)

De “devotie en liefde voor Zijn Heilig Hart zou honderdvoudig worden geschonken aan degenen die devotie tot de Zetel van goddelijke Wijsheid beoefenen.” (mei 1883)

“Onze gezegende Heer zei dat alles wat Hij had beloofd aan degenen die Zijn Heilig Hoofd waardig zouden liefhebben en eren, zou worden uitgestort over degenen die het zelf eerden of de middelen waren voor anderen om dat te doen. O Heilig Hoofd, moge Uw Wijsheid ons altijd leiden, en de heilige tong ons altijd zegenen en om genade en vergeving smeken, en moge wij nooit de vloek horen die wordt uitgesproken tegen degenen die deze Devotie hinderen of verachten.” (2 juni 1880)

“Aan hen die Mij eren zal Ik van mijn macht geven en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn kinderen zijn en Ik zal mijn teken op hun voorhoofden plaatsen en Mijn zegel op hun lippen.” (2 juni 1880)

Hij liet me begrijpen dat deze wijsheid en Licht het zegel waren dat het aantal van Zijn uitverkorenen markeerde en zij zullen Zijn Gezicht zien en Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn. (23 mei 1880)

Onze Heer liet haar begrijpen dat St. Johannes verwees naar Zijn Heilig Hoofd als de Zetel van Goddelijke Wijsheid “in de laatste twee hoofdstukken van Openbaringen en met dit merkteken werden de aantallen van Zijn uitverkorenen verzegeld.” (23 mei 1880)

Onze Heer toont haar de grote zegeningen en genaden die Hij in petto heeft voor allen die Zijn goddelijke Wil in dit opzicht zullen bevorderen. (9 mei 1880)