1. Ik zal hun al de genaden schenken, die ze nodig hebben in hun staat.
2. Ik zal vrede brengen in hun huisgezinnen.
3. Ik zal hen troosten in hun droefheden.
4. Ik zal hun veilige toevlucht zijn gedurende het leven en vooral bij hun dood.
5. Ik zal al hun ondernemingen overvloedig zegenen.
6. De zondaars zullen in mijn Hart de bron en de oneindige oceaan der barmhartigheid vinden.
7. De lauwe zielen zullen vurig worden.
8. De vurige zielen zullen zich verheffen tot een hoge volmaaktheid.
9. Ik zal de huizen zegenen, waar de beeltenis van mijn H. Hart zal worden uitgesteld en vereerd.
10. Ik zal aan de priesters de gave schenken om de meest versteende harten te treffen.
11. De personen, die deze godsvrucht verspreiden, zullen hun naam in mijn Hart geschreven vinden en deze zal er niet meer worden uitgewist.
12. Ik beloof aan allen, die op negen achtereenvolgende eerste Vrijdagen der maand zullen communiceren, de genade der eindvolharding te schenken; zij zullen niet in ongenade sterven, noch zonder het ontvangen van hun Sacramenten; mijn Goddelijk Hart zal hun in dit laatste ogenblik een veilige toevlucht zijn.